Condors en een infuus.

30 juli 2017 - Chivay, Peru

Hola!

Yes, of eigenlijk sí; we zijn eindelijk aangekomen in Arequipa en nog fijner: onze tassen zijn er ook. Andes zijn tas was al op de eerste vlucht naar Peru niet aangekomen en na heel wat geregel was dan hier het moment van de hereniging. Na een week! Terwijl hij wat van zijn eigen deo op spoot, stonden de dames als een soort Axe-reclame om hem heen aan hem te ruiken. Oh, wat rook hij fris na een week. We hielden maar snel op toen zijn vriendin Rasa haar keel schraapte…

We nemen in de bus plaats met onze gids Mirella. Door al het gedoe door de aardbeving zien we namelijk niks van Arequipa, maar rijden we gelijk door. We zien de vulkaan El Misti achter de stad opduiken en stijgen het hooggebergte in. Hier komen we op een prachtig plateau terecht, omringd door bergen en vulkanen. En nog leuker: er lopen, van klein naar groot, vicuñas, alpaca’s en lama’s midden op deze uitgestrekte vlakte. Driftig klikken we er op los en klinken er ook wat “ahhh”s door de bus.

Bij een stop onderweg kopen we Incathee, dit is een thee met cocabladeren, tijm en mint. Erg lekker smaakt het niet, maar het zou helpen tegen de hoogteziekte dus braaf drinken we ons kopje leeg. We vervolgen onze weg en ondertussen komen al de eerste hoofdpijnklachten in de groep ter sprake. Bij het hoogste punt, op zo’n 4900 meter, mogen we er uit voor een fotostop. Een werkelijk onbeschrijfelijk uitzicht dat doet denken aan een glooiend maanlandschap met in de verte om je heen overal bergen en vulkanen, waarvan er op dat moment zelfs eentje actief is.  

Hijgend en puffend stappen we allemaal de bus weer in. Niet omdat we zo hard hebben gelopen of een hele beklimming hebben ondernomen. Nee, we hebben twintig meter naar een uitzichtpunt gelopen. Dit doet de hoogte dus met je. Wat een enorm ijle lucht. We vervolgen onze weg naar Chivay, dat lager ligt in de vallei. De weg hierna toe bestaat uit vele haarspeldbochten langs een bergwand en ik ben blij als we in Chivay uit mogen stappen voor de lunch. Alhoewel, ik voel me tegen deze tijd helemaal niet lekker en van het buffet eet ik maar weinig. Toch wil ik wel even cavia- en alpacavlees proberen. Tja, waar smaakt het naar?! Zullen we maar weer eens zeggen dat het lijkt op kip? Bij het buffet liggen ook cocabladeren. Je neemt een handje bladeren en stopt dit in je mond, waarna je er een paar keer op bijt en het vervolgens in je wang duwt en het daar een half uurtje houdt. Het zou helpen tegen hoogteziekte en het zou licht verdovend zijn. Ik merk er niks van en ik vind vooral dat het smaakt, zoals de kinderboerderij ruikt. Niet echt aan te raden dus..

Na de lunch gaan we naar het hotel, waarna de groep vertrekt naar thermale (volgens Jasmijn “terminale”) baden. Ik besluit een warme douche te nemen en in bed te duiken, want ik voel me nog steeds niet echt lekker. Wanneer ze terug zijn en we voor het diner gaan, blijk ik niet de enige te zijn met klachten. Vele klagen van hoofdpijn, misselijkheid en Andes verlaat al snel de tafel, omdat hij moet overgeven. Dit is ook allemaal niet zo gek, want ’s ochtends waren we nog op zeeniveau in Lima en ’s middags waren we op 4900 meter. Het devies is altijd om langzaam te stijgen om te wennen aan de ijle lucht, maar daar hadden we door de programmawijziging geen tijd voor. Ondertussen probeer ik te genieten van een Alpacaburger en wederom een cocathee, terwijl Klaus nog eens de adviezen doorneemt tegen hoogteziekte: rustig aan doen, veel drinken en luisteren naar je lichaam.

Wanneer we na het eten terugkomen bij het hotel, hangen we met de jeugd nog even aan de bar. Aan de thee. Vet rebels zijn wij. Daarna snel naar bed. Het was inmiddels steenkoud en we hadden alleen een straalkacheltje, dus straalkacheltje aan, kleren voor morgen onder je dekens om warm te houden en dan vooral onder je driedubbele laag aan dekens kruipen en hopen dat je niet meer naar de wc hoeft!

Zaterdag gaat om 4:30 alweer de wekker. Na héél rustig te hebben gedoucht en spullen te hebben ingepakt om maar vooral te voorkomen dat je op deze hoogte niet naar adem loopt te snakken, nemen we nog een ontbijtje. Dit lukt bij een aantal, waaronder mij, niet echt. Andes geeft nog een keer over, Rasa en ik voelen ons grieperig en bijna de hele groep heeft hoofdpijn. Op Jasmijn en Lieve na dan, die lopen er zoals altijd zo kwik als een hoentje bij.

Terwijl we in de bus uit de vallei omhoog rijden, zien we achter de bergen de zon opkomen, wat een prachtig gezicht. We kronkelen met de bus langs de bergwand en zien onder ons de vallei in een canyon overgaan. Na een paar uur (en een paar fotostops) komen we aan bij onze eindbestemming, hetgeen waar de Colca Canyon om bekend staat: condors! We maken een wandeling van zo’n 45 minuten langs de rand van de canyon en zien diep beneden ons, het is ongeveer een kilometer diep, een condor vliegen. Wow, het was gelukt! We hadden er eentje gespot. Turend naar meer van deze machtige vogels, lopen we door naar een uitzichtpunt, waar meerdere toeristen hebben plaatsgenomen. Hier zien we overigens ook weer Jan-Erik en Joyce.

Geduldig, of toch eigenlijk niet, wachten we af en dan heel in de verte onder ons, zien we er steeds twee vanachter een rotspartij komen. Ik zeg tegen Eddy, een fan van vogels, dat het toch leuk zou zijn als er eentje over ons heen zou komen vliegen en nog geen kwartier later klinken er zuchten van verwondering en verbazing als er daadwerkelijk eentje vlak over ons heen vliegt. Dit blijkt echter nog maar het begin, want vervolgens zien we er meerderen op de thermiek vanuit de canyon omhoog rijzen naar waar wij staan. Een machtig schouwspel om deze beesten met een spanwijdte tot wel drie meter, op de lucht te zien zweven. Eddy blijkt ook onder de indruk en beleefd een hoogtepuntje, zo boven deze canyon.   

We rijden vervolgens, nog helemaal onder de indruk, dezelfde weg weer terug. Bij een stop in een dorpje, blijkt dat ze het toerisme ook ontdekt hebben, want er lopen mannen in condorpakken rond, waarmee je op de foto kan. Vréselijk. In Chivay droppen we onze gids af, we rijden weer de vallei uit, over het hoogste punt van 4900 meter, we drinken weer braaf een incathee en eten een sandwich.

Vlak na onze stop nemen we de afslag richting Puno en continueren onze weg over de hoogvlakte. Het is een raar idee dat we vanaf nu niet meer onder de 3400 meter zullen komen. Het is een onaards gezicht met vlaktes met lama’s, vulkanen en bergen en op 4400 meter een enorm meer, waar geen kip te bekennen is. Wat wel? Flamingo’s! Prachtig staan deze elegante dieren zonder enige zorgen in het uitgestrekte meer.

Aan het eind van de middag komen we, na deze lange dag, aan in Puno. Nu is Puno op zich geen bijzonder stad, maar het ligt aan het Titicacameer. Dit meer dat gedeeltelijk bij Peru en gedeeltelijk bij Bolivia hoort is een enorm groot meer, maar staat vooral bekend als het hoogstgelegen, bevaarbare meer. Dit even voor jullie feitjeskennis. Als je er Triviant mee wint, weet je aan wie je het te danken hebt.

’s Avonds gaat de groep uit eten en ik neem nog maar net plaats, als ik besluit terug te gaan. Ik voel me nog steeds niet lekker. Een paar uur later komt dan ook mijn hele maaginhoud weer naar buiten en door twee lieve verpleegsters, alias Jasmijn en Judith, word ik in bed gelegd. Het wordt echter een lange, doorwaakte nacht, waarbij ik geen oog dicht doe, omdat ik verga van de pijn onder mijn ribben, de hoofdpijn en ik nog steeds misselijk ben. Is dit wat hoogteziekte allemaal met je kan doen?

Zondag zouden we op een dagexcursie gaan naar een eilandje op het meer. Dat ik niet mee kan, is wel duidelijk. Ik “dwing” de meiden om in ieder geval een excursie van een halve dag te doen, ik lig toch maar in bed. Besloten wordt dat er wel een dokter wordt gebeld. Ze zijn nog geen half uurtje weg of dokter Libertad staat samen met zijn assistent en met Klaus naast mijn bed. Bloeddruk, hartslag, zuurstof, temperatuur, longen, alles wordt grondig gecontroleerd. Hij gaat even weg, om vervolgens terug te komen om ook nog bloed te prikken. Ondertussen wordt er flink heen en weer gepraat in het Spaans tussen Klaus en de dokter. Ik begrijp ik grote lijnen waar het over gaat. Wat hebben we de afgelopen dagen gedaan? Wat hebben we gegeten? Hoe ziet de rest van het programma er uit? Diagnose na eerste onderzoeken: een combinatie van hoogteziekte met een infectie aan mijn spijsvertering en een mineralentekort. De dokter vraagt of ik mee ga naar de kliniek. Ik kan echter ook hier blijven en dat hij nog terugkomt. Dit lijkt mij verstandiger, want hoe zouden Jasmijn en Judith er op reageren als ze terugkomen en ik ben er opeens niet meer?

De dokter legt me aan het zuurstof en ondertussen legt hij een infuus aan met mineralen en meerdere soorten medicijnen worden er ingespoten. Daarnaast krijg ik een felrood drankje wat ik het beste ook nog maar op kan drinken. Let wel: een liter! De dokter beloofd dat hij over een paar uur terugkomt met de bloeduitslagen en ondertussen bel ik met Nederland om het te regelen met mijn zorgverzekering (moet dit niet op je reisverzekering?!) en probeer ik iets te slapen.

Als aan het begin van de middag de meiden terugkomen, schrikken ze zich lam en zijn ze boos op zichzelf dat ze toch zijn weggegaan. Ik maak me er niet zo’n zorgen om. Het ging toch prima zo? Dit schuldgevoel kan ik natuurlijk wel nog de komende tien jaar gebruik van maken, maar dat moet je maar niet tegen ze zeggen! Om half drie komt de dokter terug met de bloeduitslag; een bacteriële infectie maakt het lijstje met diagnoses compleet. Hij somt ze alle vier nog een paar keer op, zodat hij zeker weet dat ik ze niet vergeet. Mijn infuus is echter nog niet leeg en de dokter zegt dat hij wel een uurtje beneden zal gaan zitten werken om daarna terug te komen. Kan hij gelijk kijken hoe de twee antibioticakuren die ik ook nog moet gaan slikken, bij me aanslaan.

Zo gezegd, zo gedaan. Een uur later is het infuus eruit, het zuurstofapparaat mag ik nog een nachtje houden en de adviezen zijn: braaf alle medicijnen slikken, rustig aan doen, veel water drinken, droge rijst, kippensoep en crackers eten en Gatorade drinken. Nadat we ’s avonds wat op de kamer hebben gegeten en ter ontspanning nog een spelletje Beverbende hebben gespeeld, wordt er aan de deur geklopt. De dokter staat voor de vijfde keer deze dag voor de deur. Hij controleert me nog een keertje uitgebreid en vindt dat ik er al op vooruit ga. Bij het afscheid krijg ik nog zijn kaartje met de mededeling dat ik hem altijd kan bellen als het niet goed gaat of als ik vragen heb. Wat een enorme service. Uitgeput vallen we niet veel later in slaap.

Dit alles onder het toeziend oog van Lima. Van wie?! Van Lima de lama. Judith had een mini lama-magneetje gekocht, die vanaf nu op het nachtkastje staat van degene die zich niet goed voelt. Met Lima de lama naast je kan het toch niet anders dan goed gaan?!

Tot de volgende keer met een veel gezelliger blog. Of toch niet?! Je weet ten slotte nooit wat er gaat gebeuren als je reist…

Adios,
Joyce   

p.s.: Nog even over dat schuldgevoel over het afwezig zijn bij het doktersbezoek. Het is niet dat de rest van de groep nu erg meehielp om dit te verlichten. Ze konden het niet laten om regelmatig te zeggen: “Gelukkig waren jullie erbij. Oh wacht, jullie waren lekker op excursie… Waren zij op excursie? Echt?”. Ik ben dus niet als enige aansprakelijk te stellen.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

2 Reacties

  1. Carine:
    30 juli 2017
    Man Man Man, wat een avontuur! gelukkig heb je de condors nog gezien voordat je echt ziek werd. Sneu voor jou, maar gelukkig gingen jasmijn en Judith op excursie en kunnen die je de foto's tonen van wat je miste :)

    Toi Toi Toi voor het vervolg van je reis
  2. Jantje:
    30 juli 2017
    Joyce toch, die reis vergeet je nooit meer. Sterkte en beterschap